Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dit hoorde ik, doch [31]ik verstond het niet; en ik zeide: [32]Mijn Heere! wat zal [33]het einde zijn van deze [dingen]? 31. Te weten wat dat te zeggen was, een bestemde tijd, bestemde tijden, en ene helft, enz. 32. Aldus noemt hij Christus, met wien hij sprak. 33. Hebreeuws, het laatste. Daniel begeert duidelijk den tijd te mogen weten, wanneer de kerk Gods van die zware vervolging zou verlost en de ware godsdienst zou hersteld worden.